Laatste revisie: 10-02-2012
De 1e drie en de laatste molen zijn ooit door mij gebouwd als zijstap op het gebied van de schepenmodelbouw.
Dat het een zijstap was, blijkt wel uit het feit dat ik geen foto's meer bezit .......... want alle modellen hebben inmiddels een ander tehuis gevonden.
Molens worden niet alleen door wind aangedreven, maar ook door water.
De molen van Hackfort is een zogenaamde onderslag molen.
Dit betekend dat het water aan de onderkant tegen het rad duwt, wat minder efficiënt is dan een overslagmolen.
Het waterrad zit ruim in de goot, zodat ook nog veel water langs de zijkanten kan wegvloeien, zonder dat het energie oplevert.
De standerd, ook wel standaard molen genoemd, kenmerkt zich doordat het gehele molenhuis rond gedraaid kan worden om de zogenaamde standaard.
De standaard is een grote verticale spil die naar de grond toe door een viertal dwarsbalken wordt geschoord.
Als dit stelsel niet is afgedekt, spreekt men van een open standaardmolen.
Een ander duidelijk kenmerk is dat het molenhuis vierkant is en voorzien van een lange trap aan de achterkant,
die niet alleen diende om in de molen te komen, maar hiermee werd de molen ook op de wind gekruid.
De standaard molen is van het type meelmolen en kwam veelvuldig voor op stadsmuren en andere hoog gelegen plaatsen.
Mijn model is geheel open gebouwd, zoals je op boven- en onderstaande foto kunt zien.
Het grootste probleem met molens op deze schaal is, dat als je de wieken laat draaien, er een onevenredige kracht op de overbrengwielen komt te staan.
Dit kun je voorkomen c.q. opvangen door de assen van solide metaal te maken, waardoor je meer massa hebt.
Het kroonwiel heb ik tenslotte van fisher technik gepikt, omdat anders het geheel helemaal niet wilde draaien.
De overige raderen heb ik van hout gemaakt met tanden van bamboe (saté prikkers)
De heklatten zijn van messing draad en gesoldeerd, waarna de zwaai er in gebogen is.
De tjasker is een weidemolen, die werkt volgens het schroefprincipe van Archimedes.
De opvoerton en de wieken vormen één geheel.
Dit watermolentype komt nog sporadisch voor in Friesland en de rietlanden in de noordkop van Gelderland.
Hun opvoerhoogte is beperkt en zij dienen met de hand op de wind gezet te worden.
In het boek "Molens", geschreven door Ir. F. Stokhuyzen, worden 2 soorten genoemd,t.w.
1) paaltjasker
2) boktjasker.
Het door mij gebouwde type is een boktjasker, dat wil zeggen dat het ondereind van de tjasker op één plaats blijft en de gehele molen door middel van de bok rondgedraaid wordt.
Bij de paaltjasker draait de onderkant van de tjasker in een ronde goot.
In eerste instantie heb ik geprobeerd de schroef van Archimedes te imiteren, maar voor dit werk heb je een draaibank nodig.
Op mijn model zit dus alleen aan de onderkant en aan de bovenkant van de ton een stukje schroef. De overige onderdelen zijn weer van hout gemaakt en het hekwerk van messingdraad, zoals bij de standaard molen. De vijzelput en de sloten zijn geboetseerd in klei en door diverse lagen verf in de juiste kleur gewerkt. Wat zaagsel door het groen werken en het lijkt net gras.
Wil je meer weten over deze molensoort, klik dan op deze link: tjasker.htm
Het spinnetje is een zo genaamde molenaarsmolen, dat wil zeggen dat het een miniatuur molentje is dat de molenaar ergens op zijn schuur heeft gezet, om te zien waar de wind vandaan komt.
Dit soort molentjes kwamen vooral in de Zaanstreek voor en hebben een hoge decoratieve waarde.
Bouwtekeningen voor deze molen zijn te krijgen bij museum "Het Molenmuseum", museumlaan 18 te Koog aan de Zaan.
Mijn model heeft jarenlang op de schuur gestaan en heeft het een aantal jaren geleden begeven.
Wel had ik de as van een rijwiel gebruikt om de wieken aan vast te zetten.
Dat loopt lichter en slijt een stuk minder.
Heel belangrijk is dat het molentje in evenwicht is, dus desnoods een stukje lood in de staart.
De wipwatermolen tref je vooral aan op weke/ zachte bodem.
De hele constructie is minder zwaar dan van een achtkantige poldermolen.
Ook het te bemalen gebied was vaak minder groot en de opvoer hoogte beperkt
Om enig idee te krijgen hoe de molen is samengesteld bovenstaande plaatjes.
Peter Spier uit Amerika heeft een model gebouwd
Er zijn vele boeken over molens, maar het boek " Molens" van Ir. F. Stokhuyzen is het meest informatief ISBN90 228 4244 4
In Noord Holland staan er gelukkig nog veel poldermolens, welke niet alleen voor de toeristen draaien.
De foto is genomen bij Ouddorp onder Alkmaar
Stellingmolens zijn er in vele soorten en maten en de stelling zorgde er alleen maar voor dat het " buitenkruiende deel " kon worden bedient, om de kap op de wind te zetten.
De tekening betreft een stadsmolen, die hoog moest worden opgebouwd om wind te kunnen blijven vangen.
De foto's komen uit Friesland, waar de molenlichamen altijd iets slanker werden gebouwd.
Een alternatief was om de molen op een z.g. belt te bouwen. Een fraai exemplaar van een Beltmolen vond ik in Limburg.
Maar ook de Belt moet bomen en takken vrij blijven, wil de molen blijven draaien.
Paltrok zaagmolen
De Paltrok dankt zijn naam aan de kleding die gedragen werd, toen dit zaagmolentype is ontstaan (17e eeuw).
De held Jozua is nog steeds in gebruik, nadat hij in 1995 is gerestaureerd.
Op een aparte pagina foto's van de molen in werking.
Oliemolen De Ooievaar
Vooral in de Zaanstreek hebben veel molens gestaan (zie de bewaarde exemplaren op de Zaanse schans), die voor allerlei doeleinden werden gebruikt.
Met name de oliemolen hebben bedrijven als Duyvis en het tegenwoordige Croklaan, bekend gemaakt.
Leuk zijn de spinnetjes op beide uiteinden van de schuur. Op de linkerfoto is te zien dat het om een stellingmolen gaat
Dit weidemolentje staat nog steeds op de nominatie om door mij gebouwd te gaan worden, maar wanneer ??
Dit weidemolentje is 13 centimeter hoog en is gebouwd door Peter Spier uit Amerika.
Hij heeft ook miniatuur tjaskers gebouwd
Deze tuinmolen kreeg ik in losse delen, met het verzoek om hem af te bouwen.
De tekeningen die er bij hoorden waren zoek, maar via mijn molenboeken kon ik e.e.a. reconstrueren, waarbij bleek dat ook een deel van het materiaal verdwenen was.
Het staat nu alweer een paar jaar te pronken in een Noord Hollandse tuin.
Het is van het type wipmolen
Model boten vindt je onder deze knop
Wil je gaan wandelen druk dan op deze knop
Nog nooit van een opduwer gehoord?