HOEKER(1760 - 1860)

Vishoeker        Koopvaardijhoeker        Buijsconvoijer

Modelbouwtekening        Tuigage

Look-a-likes

1e te waterlating: 3 januari 2009    Door links klikken op de afbeelding krijg je een grotere afbeelding        1e revisie: 4 januari 2011

 

Hoeker

In 1984 heb ik dit halfmodel van een vishoeker gebouwd naar de tekening van "van Loon".

Kenmerken van een hoeker zijn het ra tuig met de mast bijna in het midden.

De boegspriet loopt binnenboord door tot aan de mast.

In tegenstelling tot de buijs of buis hebben zij geen spiegel of hakkeboord.

Het roer draait over de kajuit heen en kan worden vastgezet op een luibank.

 

Hoeker tekeningHoeker tekening deel 2Hoeker tekening deel 3

 

De tekening uit het platenboek kon niet in tweeën gekopieerd worden.

Mijn model is in de visserman uitvoering en heeft 3 tonnetjes als roerkop, dit in tegenstelling

tot een koopvaardij hoeker, die vaak de kop van Mercurius hebben.

Ook zit er een "geestrol" op de verschansing, om de repen over binnen te halen.

Hoeker model

Door de spiegeling is duidelijk de bolle kop te zien, die zo kenmerkend is.

Ook hebben deze schepen een fraaie zeeg, hoewel die bij "van Loon" al een stuk minder is,

dan op de etsen van Groenewegen.

 

Naar Boven

 

Hoeker model in aanbouw

 

Hoeker halfmodelHoekel halfmodel 2

 

Door verschillende houtsoorten te gebruiken krijg je leuke contrasten.

Naar Boven

 

 

Etsen van G. Groenewegen uit 1789

 

Vishoeker

VischhoekerVischjager

 

Beiden zijn één mast vishoekers, waarbij het tweede mastje achterop niet meetelt voor de voorstuwing.

 

vishoekervishoeker met beug

Men kon met handlijnen vissen dat Kol vissen werd genoemd.

 

Hoeker met JoonHoeker met beug

 

Bij de buigvisserij werden de aaslijnen aan een lange lijn geknoopt, die met drijvers van de grond werden gehouden.

De drijvers, ook jonen genaamd werden in lussen aan de achtersteven opgehangen.

Naar Boven

 

Koopvaardij hoeker

 

Koopvaardij hoekerHoeker zeilen drogend

 

Koopvaardij hoekers zijn er in één-, twee en driemast uitvoering.

Zij hebben een extra dekhuis achter de grote mast om de zeilen en ankerlijnen in op te bergen

Naar Boven

 

Buijsconvoyer

 

Buijsconvoyer

Deze hoeker is van oorsprong een koopvaardij hoeker, wat te zien is aan de kop van Mercurius op het roer.

Ook de VOC heeft gebruik gemaakt van hoekers, zoals vermeld in het boek:

Buizen, Bommen, Bonzen en Botters van

Hans Haalmeijer en Dik Vuik

Uitgeverij de Alk

ISBN 978-90-6013-077-3

Naar Boven

 

Modellen in Nederlandse Musea

 

Vlaardingse HoekerKoopvaardij Hoeker model

 

Door op de plaatjes te klikken kun je ze groter zien.

Links een vishoeker en rechts een koopvaardij hoeker

Naar Boven

 

In het boek van E.W. Petrejus over

Oude Zeilschepen en hun modellen

 

Vishoeker van Maassluis

Dit is een tekening van het zelfde model dat hier boven als Vlaardinger vishoeker wordt getoond.

 

Tuigage

 

Het kenmerkende aan de tuigage is dat zij bestaat uit ra zeilen op de 1e mast

In die gevallen is de achterste mast(je) alleen als steun(zeil) uitgevoerd en wordt derhalve niet meegeteld, dus

een één mast hoeker heeft 2 masten.

Zo gauw er een 2e hoofdmast wordt bijgezet wordt het een drie mast hoeker.

 

eenmast hoeker

P. Le Comte (1831) schrijft: De tuiging (van een koopvaardij hoeker) bestaat uit

 eenen mast, welke midden in het schip is geplaatst,

en eenen kleineren mast achter bij het dek van de kajuit; voorts eene groote en topzeil-ra.

De zeilen zijn: het schooverzeil, aan de groote ra, een topzeil, een bramzeil.

Hij gaat verder met: eene stagfok, een kluiver en jager.

Dan heeft hij het over: een onderlijzeil aan de groote ra.

Als laatste deel van de zin: en eene bezaan aan het achterste mastje.

Hij beschrijft hier dus 8 soorten zeil, terwijl op zijn tekening maar 5 zeilen worden getoond.

Het bramzeil aan de grote mast, betekend dat deze ook wel 3 zeilen kan dragen.

de jager aan de boegspriet is ook niet ongewoon dus hier ook 3 zeilen.

Het probleem vormt het Onderlijzeil, wat volgens mij op geen enkele afbeelding voorkomt.

Als men dit zeil zou kunnen voeren, betekend dit dat de grote ra aan lijzijde verlengd zou kunnen worden,

Ogen of extra banden op de grote ra vindt ik niet terug op zijn etsen of ander afbeeldingen mij bekend.

Ook als men het onder het schooverzeil vastmaakt, wat je wel eens ziet bij botters, zijn hier geen afbeeldingen van.

Mogelijk gaat het hier om een incident.

 

Over het schooverzeil zegt hij het volgende:

Het schooverzeil, het voornaamste zeil van den hoeker zijnde, werkt geheel op het midden van het schip

en is voorzien van 2 aangeregen bonetten, en van 3 reven onder de ra.

Als het schooverzeil gereefd moet worden, strijkt men de ra.

 

Hoeker zeilplan

Dit is de "jager" die met de vangst van ander schepen huiswaarts keert.

ventjager is ook een term die wordt gebruikt.

Er is geen aanwijzing dat zij een bun voor levende vis heeft, omdat de "geestrol"

voor de visserman uitvoering ontbreekt.

Zij laat wel zien, welke zeilen er worden gebruikt, om snel te kunnen zeilen.

 

P. Le Comte geeft ook informatie over andere tuigsoorten die op hoekers worden gebruikt:

Men heeft 3 mast hoekers en 2 mast hoekers met brigantijnstuigen

2 mast hoekers met galjootstuigen

1 mast hoekers, ook vishoekers, die hetzelfde tuig hebben als koopvaardij hoekers.

Met dit laatste neem ik aan dat hier hetzelfde tuig wordt bedoelt als boven beschreven

Naar Boven

 

Look-a-Likes

 

Schepen evolueren over de eeuwen en een type tuigage wordt een scheepstype en een scheepstype wordt een type tuigage.

Hoeker komt in ieder geval van het vistuig "hoekwant", dat wil zeggen een lange lijn met zijlijnen waar de aashoeken (haken of hoeken) aan zaten.

Dit zegt dus niets over het scheepstype Hoeker.

 

Steel 1792

 

Bij Steel (1792) vinden wij een hoeker en een dogger op dezelfde afbeelding.

De hoeker is dan wel een koopvaardij hoeker en de dogger een visserij schip

Elders wordt vermeld dat een dogger op de hoeker lijkt, maar kleiner is.

Logisch als je bedenkt dat een dogger niet verder ging dan de Noordzee en de hoeker zowel naar de Baltic als de Middellandse zee voer.

Nog afgezien van het feit dat de VOC hoekers naar Indonesië liet varen.

De vishoeker die als basis heeft gediend voor de ets van Capham (1768) heeft het karakter van een dogger,

los van het feit dat de etser een paar (fundimentale) fouten heeft gemaakt.

Het bijschrift: Dutch dogger for carrying lobsters is niet bemoedigend voor identificatie.

Lobsters/ kreeften worden niet gevangen langs de Nederlandse kust.

Hoewel de tekening een Nederlands schip voorstelt en lijkt op een hoeker, stel ik toch vast dat het hier om een dogger gaat.

 

Naar Boven

 

VISTUIG

 

KOL

 

Groenewegen spreek over een "kol"vistuig, waarbij enkelvoudig hoeken worden gebruikt, dat wil zeggen, 1 vislijn per man.

Hoeker Koltuig

Deze kabeljouwen zijn zo'n 60 centimeter lang, als je dat vergelijkt met de gemiddelde lengte van een man uit de 18e eeuw (een man van 1 meter en 40 centimeter).

 

 

Hoek want

 

Hoeker hoekwantHoeker hoekwant 2

Jonen (drijvers) aan de achterverschansing en het hoekwant wordt binnen gehaald.

 

Naar Boven

 

 

Bouwtekeningen van hoekers zijn te vinden bij

 

NVM-tekening Hoekervishoeker 1845

De bun in de linkertekening is verkeerd getekend door Chapman.

Het bundek loop evenwijdig aan de waterlijn.

Ook het koepeltje boven de kajuit ingang is verkeerd, omdat dit de gang van de helmstok belemmerd.

Ik heb twijfels bij de ingang van het bemanningverblijf, omdat hier op de ets van Chapman een aparte ruimte zit,

die eventueel een kabelopslagplaats kan voorstellen.

In dat geval is het 1e luik van voren de ingang tot het bemanningsverblijf.

Luik 1 en 3 (van achteren geteld) komen allebei op het bundek uit, wat mijn inziens

volkomen overbodig is, mogelijk is de bun zelf te groot getekend.

Als wij de bun vergelijken met "van Loon" en de tekening van het NSA zou de

bun tussen 4 spanten in plaats van 5 spanten moeten zitten, in dat

geval gaat het 1e luik naar een apart ruim, hetgeen logisch zou zijn.

Rekening houdend met deze opmerkingen is de tekening uitstekend geschikt

om een fraai model van een vishoeker te bouwen

Link naar de site van de MODELBOUWER

 

Naar Boven

 

Literatuur:

 

Handleiding tot den burgelijken Scheepsbouw met 22 platen

F.N van Loon (1838)

plaat 6. De Vlaardinger vischhoeker (zie drie-luik)

plaat 10. De koopvaardijhoeker van Maassluis.(niet getoond)

 

 

Verzameling van vier en tachtig stuks

HOLLANDSCHE SCHEPEN

geteekend en in koper gebracht door

G. GROENEWEGEN (1789)

 

Oude Zeilschepen en hun modellen

E.W. Petrejus

(1978 3e druk)

 

P. le Comte (1831)

VIJFTIG AFBEELINGEN van

SCHEPEN EN VAARTUIGEN

 

de Modelbouwer

1971 Nr. 10 pagina 451-454

Auteur: H. Picard, Wierden

 

Buizen, Bommen, Bonzen en Botters van

Hans Haalmeijer en Dik Vuik

Uitgeverij de Alk

ISBN 978-90-6013-077-3

 

 

 

Terug naar het hoofdmenu www.ebedejong.nl

zin om te wandelen

vereniging de zeilpunter

 

Voor meer informatie: ebe.dejong@quicknet.nl